De Hoofdige Boer
Het is één van de meest bekende gedichten van Staring:
‘Elk weet, waar ‘t Almensch Kerkje staat, en kent de laan, die derwaart gaat.’
Het beschrijft de hoofdige (= koppige) boer Stuggink die, net als zijn voorouders, op weg naar de kerk op een doorwaadbare plaats door een greppel waadde, die het kerkepad kruiste. Ook toen er een brug gebouwd was, om de kerkgangers natte voeten te besparen, hield hij aan zijn gewoonte vast en waadde hij naast de brug door de greppel.
De Hoofdige Boer heeft Almen op de kaart gezet. Menigeen heeft op school de eerste strofes van dit gedicht uit het hoofd geleerd.